Een enkeltje terug
Iedere dag dezelfde beelden . De rij bomen die achterin het weiland de horizon aangeven . Boerderijen die tussen de weilanden als huisjes op een bordspel aangeven wie de eigenaars van de bezette kavels zijn . Paadjes die er alleen maar schijnen te liggen omdat ze daar liggen . Ze leiden naar struiken die met bosjes tegelijk ons spoor maar blijven volgen . Gevolgd door de wit rood gestreepte spoorbomen en hun bel die weer een nieuwe ronde aangeeft . En binnen is het net zo . Het meisje met de laptop . Ze kijkt niet op of om, ze komt niet eens met haar hoofd boven om adem te happen . Het groepje jongeren dat aan het sms – en is met het groepje jongeren achter hen . De man, draaiend aan zijn trouwring die hij waarschijnlijk voelt branden terwijl hij naar de lezende dame in de vierzitter voor hem staart . En Rens, die zijn shaggie al draait als hij net is ingestapt en bijna elke keer als hij ongeduldig uitstapt vergeet ‘m nog niet aan te steken omdat roken op de perrons ook verboden is .
Als je als één van de eersten instapt, zie je iedere dag dezelfde opbouw . Eerst stapt het meisje met de laptop in . Zodra de laptop uit z’n stand by is gehaald, sluit zij zich van de wereld af . De groepjes jongeren komen samen met de man en die verdraaide trouwring binnen . De secretaresse, zo ziet ze er uit met haar spannende bril en haar stijve knotje, zit er al voordat ik instap . Volgens mij komt ze van een station eerder, want ik zie ze soms ook in de supermarkt waar ik kom . En Rens rijdt één stationnetje mee . Hij praat een beetje in zichzelf . En er staat met dik zwarte garen in het groot Rens op z’n blauwe spijkerjasje genaaid .
We zeggen nooit iets tegen elkaar . Hoewel die man vast duizenden dingen aan die lezende dame zou willen zeggen . En die jongens sms – en lullen wel wat, maar zeggen eigenlijk niets . Rens praat in zichzelf, maar met niemand anders, en niemand met hem . En van boven haar laptop zwijgt ze haar gedachten . En ik, ik hou mijn mond .
Zelfs buiten zie je vaak dezelfde mensen . Je hoeft er niet eens goed voor op te letten . Buiten razen wij voorbij. En alles blijft hetzelfde . Niets lijkt ooit veranderd . Of het nou regent of dat het zonnig weer is . Kleine Illuminatieve verschillen en onbesliste details . Niemand die er warm of koud van wordt . Behalve dan wanneer het varieert tussen zomer en winter . Of er nou blaadjes aan de takken van de bomen hangen, of dat de de boer nou net z’n regenton heeft verplaatst . Dat de fietsers onderweg niet in een vaste volgorde fietsen . Of welke kleur streep de man met de ring vandaag heeft . Dat maakt allemaal niet uit . Daar zal de invloed geen belang uit putten . Tussen je ogen open en je ogen dicht knipper je wat en gebeuren er miljoenen dingen . En het resultaat dat wij zien is slechts een stap naar de volgende ontwikkeling .
Maar dat we die jongen met die rode fiets, rugzakje onder de snelbinder, capuchon over z’n hoofd, twee plukjes haar die als verlamde voelsprieten doelloos op z’n voorhoofd tikken, niet meer zien brengt verandering met zich mee . Misschien viel hij mij alleen op . Als ik ‘m zag fietste hij zo gedreven alsof hij de trein wilde inhalen . Hij demarreerde als het ware uit de groep van nog niet wakkere forenzen, of die dat nog niet willen zijn . Of wilde hij misschien dat ene meisje in coupé zeventien zien ? Ik zeg maar wat . Was hij zich aan het voorbereiden ?
De machinist had ‘m natuurlijk allang gezien . Die had al door dat hij de andere kant van het spoor nooit zou halen, voordat de trein deze ronde gepasseerd is . Toen hij zijn lange hoorn benadrukte met een bis en nog een bis . Harder toeteren kon hij niet . De nadruk op een toeter is gewoon de kreet te herhalen . Heeft hij geroepen ? Vanuit de cockpit . Terwijl die jongen hem toch niet horen kan . Al zou hij naar buiten schreeuwen komt hij niet over het gedramatiseerde geluid van de toeter
heen . Zal hij zijn ogen hebben dichtgeknepen ? Zich in zijn adem hebben verslikt . Dat samen met zijn hart hebben vastgehouden ? Vast stopte zijn hart eerder dan de trein .
Wij hadden niets door van het feit dat die jongen door ons enkele kilometers is meegesleurd . We hebben geen bobbel gevoeld . Althans niet meer dan normaal, of om op z’n minst bij stil te staan . Als koploper van de wielerploeg waaruit hij ontsnapte hoeft hij natuurlijk ook niet de bolletjestrui te dragen ! Het kan daar aan hebben gelegen!
Opeens is alles veranderd . Voor een aantal mensen . Dat zijn de grote invloeden . Dat is van belang . Zulke zaken maken indruk . Daar komen gevolgen van . Ik kan voor de familie van die jongen natuurlijk niet spreken . Dat zelfde geldt voor die machinist en waarschijnlijk ook niet voor de spoorwegarcheologen . Maar in de coupé was het nog stiller . Niemand zei iets, dat was normaal . Maar we dachten allemaal hetzelfde . De secretaresse heb ik niet meer gezien . Haar aanbidder draait nog steeds aan zijn trouwring . Hij weet niet waar hij nu kijken moet . Binnen is het leeg, buiten is het eng . Het is beide bedroevend . De jongens maken geen lol meer . Ze sms – en niet eens meer . Zij zit nog steeds boven haar laptop . We wisten toch al niet wat er in haar hoofd afspeelt . Rens heb ik drie maanden niet meer gezien . Nu staat hij in de hal tussen de coupés . Hij praat niet meer hardop . Althans niet meer in de trein . Hij staat tegenwoordig ook aan de andere kant van waar hij eerst stond, van waar die jongen onder de trein is gekomen .
Het leven is soms net als een sneltrein . Je stapt in en je weet al waar het eindstation is . Terwijl je samen met iedereen je eigen spoor volgt kun je op alle tussenliggende stations verdwalen . Tot de conducteur je terugfluit !
Niets lijkt veranderd . Maar alles is anders . De bomen geven aan waar de horizon ligt alle invulling daar achter . De spoorboombel geeft weer een volgende ronde
aan .
Place your comment